Direct van Ratten af? 7 dagen in de week bereikbaar!

Bruine rat

Uiterlijk

Rug meestal grijsbruin, buik lichter. Allerlei kleurvariaties mogelijk
Stevige bouw, vrij stompe snuit, oren zichtbaar
Staart iets korter dan het lichaam
Volwassen: lichaamslengte 22 tot 30 cm, lichaamsgewicht ca. 500 gr.
Sporen: uitwerpselen stomp, tot 2 cm lang, 0,5 cm dik, buiksmeer, looppaden (wissels)

Leefwijze

‘Cultuurvolger’, uitstekende graver en zwemmer
Vooral ‘s nachts actief; alleseter met een voorkeur voor het beste
Komen voor langs slootkanten, in ruigten, in riolen en mestputten, op afvalstortplaatsen, in gebouwen en kruipruimten

Schade/overlast

Bevuiling, knaagschade, overbrenger van ziekten (o.a. de ziekte van Weil) en paratyphus
Verspreiding van veeziekten, varkenspest, pseudovogelpest, trichinosis en ziekte van Aujeszky e.a.

Droge woelrat

Uiterlijk

Knaagdieren en overige zoogdieren De droge woelrat is grijsbruin tot bruin van kleur
Plompe bouw, stompe snuit, ogen en oren zijn gedeeltelijk verborgen
Een volwassen droge woelrat is 140 tot 200 mm lang; de staart is kort behaard
en 80 tot 140 mm lang
Pasgeboren is de droge woelrat kaal en blind

Leefwijze

De droge woelrat is een uitstekende graver (de grond wordt met de voortanden losgeknaagd) en heeft een hekel aan zwemmen
Er wordt vooral aan ondergrondse planten geknaagd (penwortels m.n.)
Ook de wortels van jonge vruchtbomen ontkomen niet aan de knagerij van de droge woelrat
Deze woelrat heeft uitsluitend een ondergronds bestaan; het gangenstelsel kan zeer uitgebreid zijn (tot wel 200 m lengte)
Plantenwortels die de gangen indringen, worden weggeknaagd

Schade

Vooral aan jonge vruchtbomen (ca. 2 tot 4 jaar oud)
‘ Pengewassen zoals winterwortels en witlof kunnen te lijden hebben van de droge woelrat

Woelrat

Uiterlijk

  • Grijsbruin tot zwart gekleurd
  • Plomp gebouwd, stompe snuit, in de vacht verborgen oren en ogen
  • Volwassen 140 tot 200 mm lichaamslengte
  • Korte, behaarde staart van 80 tot 140 mm

Leefwijze

  • Knagen aan zachtere, ondergrondse plantendelen van knol- en bolgewassen en aan wortels
  • Schuilplaatsen: in waterrijke streken worden vanuit slootkant zelfgegraven gangen gemaakt; gangenstelsel kan zeer uitgebreid zijn, tot 100 m lengte; soms worden oude mollengangen gebruikt
  • Gangen op 10 tot 20 cm diepte, nesten en voorraadkamers op 50-60cm diepte
  • Sporen: knaagsporen bij aangevreten wortels duidelijk zichtbaar dat van onderaf gegeten is (i.t.t. de bruine rat, die graaft en knaagt van de oppervlakte naar beneden)

Schade

Vooral in jonge boomgaarden aanzienlijke schade (wortelscheuten)
Bloembollenvelden, witlofpercelen, winterwortel- en waspeenteelt

Zwarte rat

Uiterlijk

  • Rug en buik blauwgrijs tot zwart, ook andere kleurvariëteiten (Rattus rattus alexandrinus: grijsbruine rugvacht, licht- tot middelgrijze buikvacht, Rattus rattus frugivorus: eveneens grijsbruine rugvacht doch witte buik- vacht)
  • Slank, vrij spitse snuit, grote oren
  • Staart langer dan het lichaam
  • Volwassen: 14 tot 23 cm lichaamslengte, ± 150 tot 250 gram lichaamsgewicht

Leefwijze

De zwarte rat is een uitstekende klimmer en springer, eet alles, vnl. granen
Leeft op hoge, droge plaatsen in gebouwen en aan boord van schepen
Uitwerpselen spits van vorm, ± 1 cm lang en 0,2 0,3 cm dik
Loopsporen, onder andere veroorzaakt door buiksmeer

Schade

Bevuiling van voedselvoorraden, knaagschade
Overbrenger van ziekten zoals pest, voedselvergiftiging