Direct van Mieren af? 7 dagen in de week bereikbaar!

Faraomier

Uiterlijk

De larven zijn naakt, pootloos en wit van kleur
De werksters zijn 0,2 tot 0,3 cm lang, bruingeel, met een iets donkerder achterlijf
De koninginnen zijn 0,4 tot 0,5 cm lang, eveneens bruingeel met een donker- gekleurde kop
Mannetjes faraomieren zijn 0,2 tot 0,3 cm lang, zwartbruin tot zwart van kleur, hebben bleekgele poten en zijn gevleugeld

Leefwijze

Faraomieren zijn alleseters, bij voorkeur vleeswaren
Voorkeur voor temperaturen rond ca. 30°C
Nesten bij warmtebronnen, op moeilijk bereikbare plaatsen achter tegels en betimmeringen, in keukens, stopcontacten, meterkasten en stootvoegen die slecht sluiten

Schade

Faraomieren zijn zeer hinderlijk in privé-keukens; in keukens van de gezondheidszorg zijn ze zeer ongewenst
Kunnen bacteriën overbrengen
Faraomieren kunnen op wonden afkomen, ook onder gips kruipen

Mier

Uiterlijk

Knoopmier
De werksters zijn bruin/zwart en 2 tot 4 mm lang
De koningin is 6 tot 8 mm lang en zwart van kleur
De mannetjes zijn 5,5 tot 7 mm lang en bruin/zwart van kleur

Leefwijze

Grasmieren komen bij uitzondering voor in gebouwen
De nesten van de grasmieren kunnen uitgroeien tot grote omvang (80.000 werksters)
Grasmieren leven van andere insecten, planten en vetten

Schade

In keukens (bij voedsel) kunnen grasmieren erg hinderlijk zijn
Bovendien kunnen ze steken en bijten

Rode bosmier

Uiterlijk

Kop en thorax zijn rood tot roodbruin van kleur en zwart gevlekt
Het achterlijf is zwartbruin met rood
De grootte van de werksters kan variëren van 4 tot 9 mm

Leefwijze

Rode bosmieren komen algemeen voor in naald- en loofbossen
Zij maken koepelnesten van takjes en naalden
Ze voeden zich met andere, vaak schadelijke insecten

Schade

Nesten dicht bij woningen zijn buitengewoon hinderlijk

Rode steekmier

Uiterlijk

Kop en thorax zijn rood tot roodbruin van kleur en zwart gevlekt
Het achterlijf is zwartbruin met rood
De grootte van de werksters kan variëren van 4 tot 9 mm

Leefwijze

Rode bosmieren komen algemeen voor in naald- en loofbossen
Zij maken koepelnesten van takjes en naalden
Ze voeden zich met andere, vaak schadelijke insecten

Schade

Nesten dicht bij woningen zijn buitengewoon hinderlijk

Tuinmieren

Uiterlijk

De werksters van tuinmieren zijn alle 0,3 tot 0,4cm lang (Alleen de glanzende houtmier is meestal iets forser tot ca. 0,5 cm); antennen altijd geknikt
De koninginnen zijn gevleugeld, groter dan de werksters
Ook de mannetjes zijn gevleugeld, maar kleiner dan de werksters
De kleuren zijn ongeveer zoals de Nederlandse namen aangeven, de glanzende houtmier bijvoorbeeld is zwart glanzend

Leefwijze

Koninginnen en mannetjes ondernemen met grote aantallen tegelijk in de zomer een “bruidsvlucht”, hierbij bevruchten de mannetjes de koninginnen
De mannetjes sterven na de bruidsvlucht, de koninginnen gaan nieuwe nesten inrichten
Uit de gelegde eitjes komen weer werksters
Tuinmieren voeden zich met andere insecten en met zoetigheid. Zo verzamelen ze bijvoorbeeld honingdauw, een uitscheidingsproduct van bladluizen
De glanzende houtmier heeft vaak nesten in rottend hout onder de grond
Nesten vooral buiten, van waaruit de werksters soms terecht komen in woningen